Tien jaar FOM!
Het regionale fonds FOM werd opgericht in 2014. Zij bestaat nu tien jaar: welke ontwikkeling heeft het fonds doorgemaakt en wat is de toegevoegde waarde voor Friesland? We spreken zowel met teamleider Rob Drees als met de drie investment managers. Drees somt alvast op: ‘We zitten dicht op de ondernemers en het relevante netwerk, signalen uit de markt bereiken ons daardoor snel. We ondersteunen innovatie bij bedrijven, maar zijn zelf ook innovatief met onze producten. We kunnen bovendien snel schakelen.’
Rond 2012 twijfelden de noordelijke provincies of de NOM het mkb wel volledig kon bedienen: was het wellicht mogelijk een aanvulling te creëren? Drees legt uit: ‘De provincies waren toen nog voor een minimaal percentage van 0,01% aandeel- houder van de NOM. De agenda werd vooral bepaald door de grootste aandeelhouder: het ministerie van EZ.’ Overleg tussen de NOM en de provincies resulteerde in de oprichting van Doefonds Fryslân (inmiddels bekend als ‘FOM’) en MKB Fonds Drenthe in 2014, en Investeringsfonds Groningen in 2015. ‘De provincies zijn aandeelhouder van hun eigen fonds en NOM is beheerder. Het zijn alle drie zelfstandige fondsen’, benadrukt de team- leider. Over zijn eigen rol is hij bescheiden: ‘Ik ben slechts de stuurman van de regionale fondsen. Ik zorg dat er een duidelijk speelveld ligt voor de investment managers en dat alles aan de achterkant goed geregeld is, zodat zij met ondernemers aan de slag kunnen. De investment managers zijn degenen die het werk verzetten, lees maar eens hoe zij dat doen.’
‘De doelstelling van het Doefonds Fryslân was het financieren van innovaties in het Friese mkb. Eind 2017 besloot Provincie Fryslân dat we de doelgroep gingen verruimen naar het brede Friese mkb. De naam werd gewijzigd naar Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM) en er kwam meer budget. De laatste jaren is er opnieuw een verschuiving, maar dan vanuit de markt: praktisch alle financieringen hebben iets met circulariteit of duurzaamheid te maken. Hiervoor werken we soms ook samen met Fûns Skjinne Fryske Enerzjy (FSFE), eveneens een fonds van Provincie Fryslân. De provincie wil de brede welvaart in Friesland versterken met de Economische Samenwerkingsagenda Blue Delta. Deze bestaat uit zes speerpunten: AgroFood, Water Technology, High Tech Systems & Materials, Circular Materials, Maritime Technology en Tourism & Hospitality. Wij richten onze portefeuille in volgens deze speerpunten en hebben de sectoren (behalve toerisme) binnen ons team verdeeld. Ik richt me op Water Technology, Klaas op AgroFood en Circular Materials en Reno neemt High Tech Systems & Materials en Maritime Technology op zich.
Natuurlijk zijn ook ondernemingen die niet binnen deze sectoren vallen, nog steeds van harte welkom. Ik verwacht dan ook dat we het voorlopig heel druk blijven houden. Onze portefeuille groeit door en ook beheertaken spelen een steeds grotere rol. De FOM is een hele mooie aanvulling op het financieringslandschap in Friesland. Wij helpen bedrijven met een flitsende start of met vervolgstappen die ze anders niet voor elkaar zouden krijgen. We zitten niet op de stoel van de ondernemer, maar zijn ook niet alleen maar financier. We bieden ondersteuning via ons netwerk, onszelf en de NOM. Dat wij niet alleen een financiële doelstelling hebben, maar ook een maatschappelijke doelstelling, wordt door veel ondernemers gewaardeerd.’
Ik werk al zo’n tien jaar bij de NOM en heb ook ervaring in andere provincies. In Friesland is er een sterke collectieve wil om samen iets te bereiken. Er is een drang tot samenwerking die ervoor zorgt dat er minder hordes genomen hoeven te worden dan elders. Dat merk ik ook in de Kanselarij, waar we sinds januari zijn gevestigd. Het hele cluster van sectoren die Sybo noemde is hier vertegenwoordigd. Bovendien zitten we dicht op de studentenpopulatie. Dat vind ik ontzettend leuk: dit zijn de ondernemers van de toekomst.
We krijgen aan de lopende band leads, voor een groot deel uit ons eigen netwerk. Ik drink graag koffie met ondernemers. Ook al leiden ideeën niet direct tot concrete financieringsplannen, ik ga er met open vizier in en verwijs ook graag door naar andere partijen. Wie weet wat er later nog van komt. Bovendien deelt zo’n ondernemer zijn positieve ervaring met de FOM geheid met zijn eigen netwerk.
De grootste verandering in de afgelopen jaren is het financieringslandschap. Tien jaar geleden had een ondernemer niet veel te kiezen. Nu
is er veel meer kapitaal in de markt en zijn er veel meer partijen actief. Ondernemers die het goed aanpakken kunnen daardoor kiezen uit meerdere paarden om op te wedden. Je moet kunnen samenwerken met andere partijen, netwerken en kennisdelen.
Mijn wens voor de toekomst is dat we de ruimte krijgen om de enorme deal-flow en wil om samen te werken, vaker om kunnen zetten in succesvolle financieringen. Zo kunnen we met de FOM maatschappelijk van nog grotere waarde zijn voor Friesland.’
Ik ben vorig jaar aangenomen omdat Sybo en Klaas het behoorlijk druk hadden. Het is sindsdien bepaald niet rustiger geworden! Dat we ons nu gaan focussen op de provinciale speerpunten, zorgt wel voor meer structuur. Daarnaast hebben we de intentie om samen te gaan werken met belangrijke partners, zoals NHL Stenden en FB Oranjewoud. NHL Stenden heeft een Center for Entrepreneurship: hbo-studenten volgen een programma waarin ze werken aan hun ondernemerschapsambitie. Wij zijn in gesprek met de hogeschool om te onderzoeken hoe we samen startende ondernemers kunnen helpen begeleiden bij het opzetten en draaiende krijgen van hun onderneming. De FOM kan daarbij onder
andere ondersteunen met startkapitaal. Provincie Fryslân, gemeente Leeuwarden, NHL Stenden en wij kunnen wellicht op deze manier onze krachten bundelen, omdat we met dezelfde blik naar jong ondernemerschap kijken: we willen dat innovatie en kennis in de regio blijft en dat talentvolle studenten niet vertrekken. Als zij een potentieel succesvol plan hebben, helpen we ze graag verder.
Daarnaast kijken we met andere partijen zoals Oranjewoud Export Academy naar andere mogelijkheden om bij belangrijke ondernemingsvraagstukken te kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld het vinden van de juiste product-marktcombinatie en het zetten van de eerste inter- nationale stappen. Voor mij is een traject gelukt als een ondernemer ons niet meer nodig heeft. We slepen zo’n ondernemer door een moeilijke periode heen: een startfase, of bijvoorbeeld een fase waarin een product nog doorontwikkeld moet worden. Wij ondersteunen ondernemers echt: we hebben zelf relevante kennis van ondernemen, maar ook een breed netwerk dat we kunnen inzetten. Als uiteindelijk alles op z’n plek valt, is onze missie geslaagd.’
Rob Drees is enthousiast over de gedrevenheid van ‘zijn’ investment managers. ‘Ik ben ontzettend blij met onze regionale fondsen: het zijn oprecht mooie organisaties die al tien jaar van grote toegevoegde waarde zijn voor het mkb. We zijn in staat om snel op een marktbehoefte in te spelen: wie innovatie wil stimuleren, moet dat zelf ook in haar DNA hebben. Het exportgarantieproduct dat we hebben ontwikkeld in samenwerking met Liberty Mutual is daar niet alleen een mooi voorbeeld van, het is ook lekker rebels.’
Drees wil het mkb ook een belangrijke boodschap meegeven: investeer! ‘Ondernemers moeten op korte termijn investeren in innovatie en digitalisering, anders missen ze de boot. En dat kan voor iedereen in de provincies heel schadelijk uitpakken.’ De teamleider benadrukt dat er de komende drie tot vijf jaar echt een slag gemaakt moet worden. De koplopers zullen deze slag winnen en een aantal bedrijven gaan het niet redden, als ze niet tijdig ingrijpen. Kom met investeringsplannen en klop aan bij onze investment managers. Zoals je kunt lezen is iedereen ontzettend gemotiveerd om te helpen.’