De scheidslijn tussen snelle en té snelle groei
Vorig jaar november reikte het Financieele Dagblad voor de zeventiende keer de FD Gazellen uit. De awards voor de snelst groeiende bedrijven van Nederland en een van de meest prestigieuze ondernemersprijzen. 2020 telde 772 FD Gazellen. Regio Noord was met de categorieën Klein, Middelgroot en Groot 61 keer vertegenwoordigd. Niet slecht voor de over het algemeen nuchtere noorderlingen, maar is snelle groei altijd goed? Volgens investeringsmanager Diederik Jongema wel, maar alleen met de nodige controle.
Te snelle groei
Snelle groei: een mooi gegeven en een bewijs van je kennen en kunnen en het geloof in je product of dienst. Toch is het je vast ook wel eens ter ore gekomen dat een bedrijf ten onder is gegaan aan z’n eigen succes. “De scheidslijn tussen snelle en té snelle groei is heel dun”, aldus Diederik Jongema.
Door de grote verscheidenheid aan bedrijven die de FOM jaarlijks ondersteunt, weten ze waardoor het soms misgaat. “Wanneer je een producerende onderneming bent, is er een grote afhankelijkheid van andere partijen zoals leveranciers. Dit houdt in dat je groei mede afhankelijk is van de levering van grondstoffen. Wanneer dit niet op tijd gebeurt en achterloopt op je productie, heb je een probleem.” Naast de afhankelijkheid van leveranciers kun je ook denken aan een tekort aan goed personeel. Een slechte bezetting of personeel dat niet aansluit op de onderneming kan zorgen voor slecht klantcontact of een een te hoge werkdruk. “Hierdoor holt de kwaliteit en je service achteruit en krijg je naast ongelukkige werknemers ook boze klanten.” Daarnaast is er het probleem van geld. “Als je te veel geld onderweg hebt, kan dat betekenen dat je op den duur je crediteuren niet meer op tijd kunt betalen.”
Controle houden
Desondanks geeft Diederik aan dat je je hier vaak goed op kunt voorbereiden. “Voor veel situaties kun je vooraf een goede inschatting maken door prognoses op te stellen, zoals een liquiditeitsprognose. Zo weet je vooraf wat je nodig hebt om niet in de problemen te komen.”
Volgens Diederik is controle houden dan ook het devies: “Blijf in controle, groei niet té snel en wees voorbereid op wat mis kan gaan. Dit geven we de ondernemingen die we met de FOM financieren ook mee.” Daarnaast benadrukt hij dat snelle groei ook een positieve impact heeft. “Het is immers een bewijs van het feit dat je product of dienst gewild is én dat mensen er ook nog eens voor willen betalen.”
Friese nuchterheid
Over te snelle groei in Fryslân maakt Diederik zich geen zorgen. “Ik ben van mening dat Friese bedrijven over het algemeen stabieler groeien dan bedrijven in het westen van het land. Misschien niet met enorme pieken, maar daardoor ook niet met enorme dalen wanneer het misgaat.”
Wat dat betreft, deelt de gemiddelde Friese ondernemer het devies van Diederik en de FOM ook wel. “De Fries is wat nuchterder en blijft daardoor meer in controle. Te snelle groei wordt daarom al gauw vermeden.”